Immigranten op straat gezet

Doodsbange Afrikaanse immigranten in Johannesburg moeten sinds gisteren hun eigen boontjes doppen en ook de tentenkampen in Kaapstad worden binnenkort opgedoekt. De kampen waren nodig na de uitbarsting van buitenlanderhaat drie maanden geleden. Veel vluchtelingen vrezen de toekomst. "Teruggaan naar Congo is zelfmoord, maar hier in Zuid-Afrika ben ik mijn leven ook niet zeker”, aldus Victoire Ngoy (31) in Kaapstad. De situatie was gisteren vooral gespannen rond Johannesburg, waar vrachtwagens klaarstonden om tenten op te pikken. De politie was zichtbaar aanwezig en mensen stonden in de rij om hun ’oprotpremie’ te ontvangen – al was er onduidelijkheid of de provinciale overheid op de proppen zou komen met de beloofde twee maanden huur. "We zijn ervan overtuigd dat alle mensen kunnen terugkeren”, zei provinciaal woordvoerder Thabo Masebe gisteren. De kust lijkt echter verre van veilig. Zuid-Afrikanen in de sloppenwijk Ramaphosa dreigden deze week terugkerende kwerikweri (buitenlanders) te vermoorden – onlangs werd nog een Mozambikaanse man levend verbrand. Zimbabwaan Collin Lachambwa keerde in juni terug naar zijn krot nabij Kaapstad, maar sloeg meteen weer op de vlucht. "Mijn voormalige buren zeiden dat ik niet welkom en niet veilig was." De familie van de 32-jarige Lushombo Bahati is vermoord tijdens oorlog in Congo en via kerken en vluchtelingenkampen is hij naar Zuid-Afrika gelopen. Nu is Bahati wederom op de vlucht. "Het is hier levensgevaarlijk voor mensen als Bahati en mij – xenofobie deel twee is op komst”, voorspelt Lachmbwa. De politie en de president Mbeki doen de geweldsuitbarsting af als criminaliteit en ontkennen dat miljoenen (arme) Zuid-Afrikanen een hekel hebben aan immigranten, die ze de schuld voor hun armoede en voor lokale criminaliteit in de schoenen schuiven.